Hans3794 schreef:BertG schreef:Zelfs als er gevaar of hinder KAN worden veroorzaakt (en het gevaar of hinder dus nog NIET aan de orde is geweest) geldt artikel 5 WVW.
Klein nuance verschil.
Het gevaar hiervan is dat als je dus NOG geen gevaar bent geweest voor het verkeer, je het toch in de ogen van "ome agent" wel verkeerd KAN doen en toch een waarschuwing danwel bekeuring kan krijgen. (slechte dag van de agent in kwestie)
1. Wat heb ik toch veel neefjes hier
2. Dat een proces-verbaal aan een slechte dag van de agent in kwestie wordt verweten is bekend. Dat verkeersdeelnemers over het algemeen erg slecht in zelfreflectie zijn ook
Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.
Als een agent een proces-verbaal (PV) opmaakt voor artikel 5 WVW1994 zal dat beoordeeld worden door een officier van Justitie (OvJ).
Die officier zal een transactievoorstel opmaken en een bedrag voorstellen.
Daar kun je tegen in bezwaar.
Als dat wordt afgewezen kun je nog in beroep bij een rechter.
Ik denk dat het wel los zal lopen met die 'slechte dag verbalen'.
In het PV zullen feiten en omstandigheden (naar waarheid) moeten worden verklaard en met ambtseed of -belofte moeten worden ondertekend door de agent.
En in het geval dat de 'slechte dag van een agent' inderdaad de oorzaak is heb je dus genoeg personen die objectief kunnen oordelen.
Voorts is artikel 5 WVW1994 het bekende kapstokartikel.
Veel verkeersfeiten zijn afzonderlijk strafbaar gesteld.
Bij een artikel 5 WVW1994 kom je doorgaans (niet altijd)
a) in uitzonderingsgevallen waarvoor geen specifiek artikel bestaat, of
b) in die gevallen waarbij er sprake is van dusdanig gedrag (meestal gedragingen, meervoud dus) dat alle gedragingen bij elkaar gepakt worden.
Een agent kan derhalve zelf ook geen boetebedrag noteren, dat doet een OvJ. Die kijkt met een objectieve blik naar het PV.
Het feit dat er geen vast bedrag voor een overtreding van artikel 5 WVW1994 staat heeft ook te maken met
a) het feit dat niet bekend is wat de omvang van de overtreding en/of de consequenties ervan zijn.
b) wat het verleden is van de overtreder.
Tenslotte:
Er is behalve de letter van de wet ook nog de memorie van toelichting van een wet(sartikel).
Daar staat uitleg over hoe en wanneer het artikel dient te worden toegepast.
Hinder veroorzaken doe je al snel, voorbeeld:
Als ik 5 kilometer per uur langzamer rijd dan mijn achterligger, die de ter plaatse geldende maximum snelheid rijdt, ondervindt deze daar hinder van.
Maak ik me aan een overtreding schuldig? Nee.
Artikel 5 WVW 1994? Nee.
Een boer die in een weiland afval verbrandt, waarbij rookontwikkeling ontstaat, welke rookontwikkeling over de aan het weiland grenzende snelweg trekt, en daar zichtbelemmering veroorzaakt maakt zich wèl schuldig aan artikel 5 WVW 1994.
Zelfs als het zondagmiddag is en er amper verkeer op de weg rijdt.
Immers gevaar en/of hinder kan vooroorzaken.
Er hoeft niet gewacht te worden tot er gevaar en/of hinder is opgetreden.
Dat zou ook belachelijk zijn.