Daar komt ie dan:
De gemiddelde burger haalt vaak 2 dingen door elkaar: (A)
het hebben van vrijstelling en (B)
het zijn van een voorrangsvoertuig.
A. Vrijstelling
De politie heeft altijd,
dus ook zonder optische- en geluidssignalen, vrijstelling van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens.
De politie mag dus ook zonder optische en geluidssignalen de verkeersregels negeren/overtreden.
Hieraan zijn twee voorwaarden verbonden:
1.de veiligheid van het verkeer dient zoveel mogelijk te worden gewaarborgd;
2.van de vrijstelling mag alleen gebruik worden gemaakt voor zover dit voor de uitvoering van de opgedragen taken noodzakelijk is.
Denk aan een inbraak heterdaad of overval.
Als de politie daar snel naartoe wil mogen zij de rode lichten negeren ZONDER optische en geluidssignalen.
Logisch want anders zijn de inbrekers al gewaarschuwd en kan een overval uitmonden in een gijzeling.
B. Voorrangsvoertuig
Wat is dan de meerwaarde van het voeren van zwaailicht en sirene?
Het maakt van een voertuig een voorrangsvoertuig.
Er staat bewust ‘een voertuig’ en niet ‘een (herkenbaar) politievoertuig’ want ook onherkenbare voertuigen
met zwaailicht en sirene zijn een voorrangsvoertuig als deze de optische en geluidssignalen voeren.
Het voeren van optische signalen (zwaailicht) zonder geluidssignalen (sirene) mag ook om extra attentie te veroorzaken.
Denk aan het markeren van een ongevalslocatie of het rijden over, of stilstaan op, de vluchtstrook.
Dus ook zonder sirene met alleen zwaailicht mag de politie het rode verkeerslicht negeren.
Denk aan de rit naar een inbraak heterdaad of een overval alarm.
Wettelijk gezien geen voorrang maar toch handig en aardig als ze er snel langs worden gelaten.
Het zal jouw woning/alarm maar zijn.
Snelheid
De politie mag bijvoorbeeld voor regulier surveillancewerkzaamheden sneller rijden dan het overige verkeer.
Ook zonder optische- en geluidssignalen!
Dit is ook logisch anders zou het politievoertuig steeds tussen de zelfde voertuigen rijden.
Langzamer rijden dan het overige verkeer is geen alternatief.
Het overige verkeer passeert het politievoertuig weliswaar maar het politievoertuig vormt dan een rijdend obstakel en brengt wellicht het verkeer in gevaar.
Korpsrichtlijn
De vrijstelling geldt dus ook voor de snelheid. Via een korpsrichtlijn worden hier (interne) regels aan verbonden.
Binnen de bebouwde kom maximaal 20 km/uur boven de geldende maximum snelheid, buiten de bebouwde kom maximaal 40 km/uur.
Het is een politieambtenaar in bijzondere situaties toegestaan af te wijken van de richtlijn.
Dit gaat altijd in overleg met de meldkamer die hiervan een registratie opmaakt. Uitgezonderd van deze meldingsplicht zijn specialistische eenheden,
deze registreren achteraf. In alle gevallen zal de politieambtenaar zijn handelen moeten kunnen verantwoorden.
Het betreft een korpsrichtlijn en geen wet waardoor het overtreden ervan niet binnen het strafrecht valt maar binnen het tuchtrecht.
Het is een aangelegenheid waar de leidinggevende tegen kan optreden als hij vindt dat daartoe aanleiding is, afhankelijk de omstandigheden.
Hoe de verschillende korpsen met de richtlijn, en eventuele overtreding ervan, omgaan is onbekend.
Korpsrichtlijn, een interne aangelegenheid dus.
Een advocaat van een bankovervaller die 200 km/uur reed en toch werd achterhaald kan dus geen rechten aan ontlenen aan de korpsrichtlijn.
(De genoemde regeling betreft de regeling van de minister van Verkeer en Waterstaat van 31 maart 1994 nr. RVR 172392)